barnard.gif (1573 bytes)

  Brief uit Caïro, nummer 11, 25 juli 1997

Waarin Willeke te paard de woestijn intrekt en er gevoelige problemen worden aangestipt zonder te worden besproken.
 

Index
Vice versa
Home

vogel1.gif (367 bytes)Eénvogel2.gif (361 bytes)

Omdat iedereen inmiddels wel de buik vol zal hebben van verhalen over het verkeer in Egypte, bewaar ik wat ik daar nog meer over te zeggen heb voor een volgende keer. Nu vraag ik, na enige actuele mededelingen, een ander document op van mijn harde schijf.

Dat Willeke in Nederland geweest is zal weinigen zijn ontgaan en dat ik in Egypte was achtergebleven, hoop ik, ook niet. De reden voor dat laatste is dat ik mijn spaarzame vrije dagen voor andere dingen wil gebruiken, zoals een kort bezoek aan Jemen (afgelopen mei) en het in kaart brengen van Ptolomeïsche goudmijnkampen (komende augustus). Het bezoek aan Jemen was deels vakantie, deels oriëntatie op de mogelijkheden voor werk aldaar. Beide waren succesvol, hoewel nog geen concrete resultaten te melden zijn behalve mijn bezoek aan een belangrijke conferentie, op het gebied van gezondheidszorg, hier in Caïro.

Ter Ambassade zijn deze zomer niet minder dan vijf mensen vertrokken, en zijn er inmiddels al twee nieuwe aangekomen ter vervanging daarvan. Eén daarvan, die we volkomen toevallig al in Jemen hadden ontmoet, bleek een geoefend (spring)ruiter. Haar eerste weekeinde in Caïro is ze dan ook al te paard met Willeke de woestijn ingetrokken. De andere nieuwkomer is deze week begonnen als nieuwe kanselier, mijn directe baas. Door de geringe bezetting, nog versterkt doordat veel mensen op vakantie zijn, heb ik, als medewerker van de financiële afdeling, maar weinig werk terwijl Willeke het, doordat ook de directeur van het Nederlands Instituut met vakantie is, juist erg druk heeft.

Verder zijn er de gebruikelijke huiselijke beslommeringen, zoals een kapotte boiler in de badkamer, een slang in de tuin en een auto met een haperende ontsteking. Niks om over naar huis te schrijven dus, terwijl ik dat nu juist wel doe. De problemen die ons werkelijk bezighouden zijn echter zo gecompliceerd, en liggen vooral ook zo gevoelig, dat ik ze hier niet uiteen kan zetten. Volgend jaar wellicht, wanneer het ook leuker zal zijn om te lezen aangezien er dan hopelijk een afgerond verhaal over te schrijven valt. Ondanks dat dit allemaal nogal zwaar klinkt, is er geen reden voor ongerustheid: het gaat ons fysiek en psychisch goed!


Waarin een bepaalde groep Arabieren samen met een appartement een Egyptische maagd huurt en de prijzen van Egyptische appartementen in de zomer hoger blijken te zijn dan in de winter.
 
 
 

vogel1.gif (367 bytes)Tweevogel2.gif (361 bytes)

Net als in Nederland, is het hier nu volop zomer. Anders dan daar, betekent dat hier niet dat de dagen langer worden maar wel dat de thermometer tegen het middaguur rond de 40 oC aanwijst. 's Nachts koelt het meestal behoorlijk af, met een verkoelend briesje uit het noorden, zodat de eerste uren van de dag werkelijk aangenaam zijn. Zoals de winter in Egypte het seizoen is van de Amerikanen en de Duitsers, zo is de zomer de tijd dat de bewoners van het Arabisch schiereiland het land bezoeken. Japanners laten zich door zomerhitte noch door terroristische aanslagen tegenhouden en zijn dus voortdurend op de achtergrond aanwezig. Gasten, en zeker zij die als familie worden beschouwd, zijn altijd welkom in Egypte en toeristen zijn voor 's lands economie broodnodig. Tegenover 'Arabieren' hebben Egyptenaren echter een tweeslachtige houding.

Aan de ene kant worden zij geacht omdat zij zowel de bezitters van grote hoeveelheden olie-dollars als de bewaarders zijn van de heiligdommen in Mekka en Medina, waarheen elke moslim eens in zijn leven een bedevaart (de Hajj) hoopt te maken. Aan de andere kant geeft hun gedrag echter vaak aanleiding tot wrijving. Door de reeds genoemde olie-dollars zijn de inwoners van Oman, Koeweit en natuurlijk Saoudi-Arabië in één generatie van arme, vooral nomadische, woestijnvolken geworden tot hoofdrolspelers binnen de internationale politiek. Hierdoor, en door de ook al genoemde aanwezigheid van de heilige plaatsen van de Islam op het schiereiland, voelen zij zich beter dan de rest van de wereld en vooral beter dan Egyptenaren die geen cent te verteren hebben en bovendien het geloof wat lichter opvatten.

Dat laatste is gelijk één van de belangrijkste redenen, samen met de nog veel hogere temperaturen in de Arabische woestijn, dat zij in de zomer in grote getallen naar Egypte vertrekken. Het eerste dat zij daar nodig hebben is een plaats om te wonen. Sommigen kiezen daarvoor een vijf-sterren hotel, dat zij meestal in het geheel niet meer verlaten, de meer avontuurlijke huren een appartement. De eerste groep komt meestal met vrouw en kinderen, in de tweede groep is een groot aantal dat samen met het appartement een Egyptische maagd huurt, die vanzelfsprekend niet lang maagd blijft. Aangezien het Islamitische geloof overspel noch prostitutie toestaat maar wel polygamie, tot een maximum van vier vrouwen, is daarvoor de volgende constructie gevonden.

Via een bemiddelaar wordt een vader gevonden die zijn dochter wel als tweede of derde vrouw wil uithuwelijken aan een rijk man. Dit huwelijk wordt vervolgens slechts voor de wet gesloten, waarbij de bruidsschat als eerste betaling door de vader in ontvangst wordt genomen. Tegen de tijd dat de vakantie ten einde loopt wordt het huwelijk weer ontbonden, wat hier gemakkelijker gaat dan wij gewend zijn. Het meisje wordt naar haar vader terug gestuurd, de gebruikelijke gang van zaken voor Islamitische vrouwen die van hun man scheiden, als ze haar best gedaan heeft met een gouden handdruk in de vorm van juwelen of een auto.

De prijzen van appartementen liggen in de zomer overigens veel hoger dan in de winter, hetgeen gedeeltelijk valt goed te praten door het feit dat die geheel worden uitgewoond. Wel is het een geluk voor de huiseigenaren, die veel van hun buitenlandse huurders kwijtraken als die de zomerhitte ontvluchten, wat gebruikelijk is onder de Europeanen en Amerikanen die voor hun werk min of meer permanent in Egypte verblijven. Al met al een hele volksverhuizing dus, waarbij wij een uitzondering op de regel zijn.


Waarin dure nachtclubs worden bezocht, vurige paarden worden doodgereden en de vraag "Waar kom je vandaan?" in werkelijkheid een vraag naar iemands stam-achtergrond blijkt te zijn.
 
 
 

vogel1.gif (367 bytes)Drievogel2.gif (361 bytes)

Tussen de zomergasten die hun hotel niet uitkomen en degenen die zolang een Egyptisch meisje trouwen, is er een groep die zich met andere zaken vermaakt. Erg populair is een bezoek aan één van de dure nachtclubs langs de weg naar de Pyramides (en ons huis), die beroemd zijn om hun buikdanseressen. Buikdansen is één van die kenmerkende culturele uitingen zoals elke land die kent, maar die voor buitenstaanders maar moeilijk te begrijpen zijn. Hierbij denk ik aan bijvoorbeeld het stierenvechten in Spanje, cricket op de Britse eilanden en de 10 km. op de schaats in ons land. Boeiend voor wie ermee is groot geworden, maar onbegrijpelijk en vaak ronduit saai voor wie er als volwassene voor het eerst mee in aanraking komt.

Wie hierna nog geld over heeft gaat paardrijden in de woestijn van het Giza-plateau. Het leukste is het natuurlijk om daarbij een vurig en moeilijk in de hand te houden paard zo dol te krijgen dat het rent tot het erbij neervalt. Aan het einde van de zomer ligt de woestijn dan ook bezaaid met de lijken van deze ongelukkige dieren, in uiteenlopende stadia van ontbinding, waaraan troepen wilde honden zich te goed doen. Ook gokken en het drinken van alcohol, op het Arabisch schiereiland streng verboden, behoren in Egypte wel tot de mogelijkheden en mogen zich verheugen in een grote belangstelling. Voor de liefhebbers van de herenliefde staat een groot aantal zogenaamde katkuta (kuikentjes) klaar. Kortom, voor elk wat wils en de economie vaart er wel bij.

Dat polygamie is toegestaan terwijl vrouwen alle mogelijke obstakels in de weg worden gelegd om met andere mannen dan hun echtgenoot in contact te komen, vloeit voor uit het grote en diepgewortelde belang dat in de Arabische wereld van oudsher wordt gehecht aan de stam, de clan en de familie waartoe iemand behoort. Bij het repertoire van openingen voor een gesprek neemt de vraag: "Waar kom je vandaan?" in Egypte de plaats in van het Nederlandse "Wat een weer, hè?". Niet alleen omdat 'weer' in de Nederlandse zin van dat woord hier niet bestaat, maar vooral om te horen tot welke stam iemand behoort en in welk vakje hij daarmee te plaatsen valt.

Ook bij het overhandigen van een paspoort wordt deze vraag vaak gesteld. Niet alleen omdat de meeste ambtenaren moeite hebben met lezen, en zeker met het lezen van Latijnse letters, maar opnieuw om achter de werkelijk belangrijke informatie te komen die niet in iemands paspoort vermeld staat. Verschillende van onze kennissen die altijd een Nederlands paspoort hebben gehad, maar die door huidskleur of naam een Arabische achtergrond doen vermoeden, antwoordden bij hun aankomst op het vliegveld op de vraag "Waar kom je vandaan?" nietsvermoedend "Nederland" (kijk maar in mijn paspoort!). Hierop werd de vraag op dringender toon, of in andere bewoording, herhaald tot duidelijk was dat men bedoelde "Tot welke stam hoor je?".

Bij één van hen werd zelfs met ball-point pen 'Marokkaan' in zijn paspoort geschreven, een hele schok voor iemand die de discussie over privacy in Nederland heeft meegemaakt. Bij de invoering van het nieuwe identiteitsbewijs is hier ook maar heel even discussie geweest over de vraag of iemands godsdienst daarop moest worden vermeld. De uitkomst was dat iemands geloof bij hem hoort als de kleur van zijn ogen, en getinte autoruiten zijn hier verboden omdat de politie anders niet naar binnen kan kijken. Het is voor buitenlandse mannen, en zelfs voor de kinderen die zij bij een Egyptsiche vrouw hebben verwekt, dan ook onmogelijk om een Egyptisch paspoort te krijgen.

Hans Barnard

Index
Vice versa
Home