Los Angeles, 1 december 2000

Zoals alle vooroordelen omtrent Egypte onjuist zijn, zo zijn alle vooroordelen betreffende de Verenigde Staten juist correct. Ik kan dus eigenlijk wel ophouden met deze brieven en zal dat ook voorlopig doen, maar alleen omdat Willeke en ik opnieuw voor zo’n drie maanden de Egyptische woestijn in zullen trekken op zoek naar overblijfselen van het verleden. Er zullen mij echter altijd dingen blijven opvallen die aanleiding zullen geven tot het schrijven van een brief naar onze achterban in Nederland.

Zo wordt hier op de laatste donderdag van november ‘Thanksgiving’ gevierd. Een Amerikaanse feestdag waarop de pioniers hun eerste geslaagde oogst vierden met bier of wijn, kalkoen, aardappelpuree met jus, bonenschotel, vossebessensaus en pompoentaart. Wij waren voor een dergelijk menu uitgenodigd door iemand die wij kennen uit Egypte in de tijd dat wij er zelf nog niet woonden en die, na zijn pensionering, in de naburige staat Arizona is neergestreken vanwege het aangename golfklimaat aldaar. Die donderdag reden we dus in alle vroegte de snelweg vlak bij ons huis (Interstate 10) op en zetten koers in oostelijke richting.

Het is niet mogelijk om iemand die nog nooit hier geweest is uit te leggen hoe groot de stad is maar om een idee te geven: wij reden die ochtend 110 km. van ons huis naar de stadsgrens. Dat is dus ongeveer van Utrecht naar Den Helder of Eindhoven, maar dan volgebouwd. Toen we eindelijk de stad achter ons hadden gelaten strekte de woestijn zich voor ons uit. Hier zouden we doorheen rijden tot aan de grens met Arizona. Die wordt gevormd door de Colorado, dezelfde rivier die de Grand Canyon heeft uitgesleten. In Arizona verandert het landschap drastisch: er verschijnen metershoge cactussen, beroemd uit de cowboyfilms, en eeuwenoude joshua-bomen. Daartussen lopen roadrunners (lopende roofvogels, ook al beroemd gemaakt door het witte doek) en grondeekhoorns. De bergen worden steeds hoger en groener en op een gegeven moment zagen we sneeuw liggen tussen de bomen.

Het was erg leuk onze kennis na al die jaren terug te zien en het contact was direct weer als vanouds. Met zijn vriendin, één van zijn zonen met zijn vriendin en twee golfkameraden gebruikten wij het traditionele feestmaal en keken daarna naar de al even traditionele (Amerikaans) football wedstrijd. We gingen die avond echter vroeg naar bed want de volgende dag zouden we gevieren een bezoek brengen aan de beroemde Grand Canyon. Daarvoor reden we eerst naar Williams, een voormalig Wild West stadje, waar we op de historische stoomtrein stapten die de 90 km. naar onze eindbestemming zou afleggen in iets meer dan twee uur. Prima geschikt dus om tot rust te komen vooral ook omdat de tocht over uitgestrekte vlaktes voert waar de enige berg in de omgeving nadrukkelijk aanwezig is hoewel die meer dan 140 km. verderop blijkt te zijn.

Om de eentonigheid een beetje te breken waren er cowboys, een sheriff, een gitarist en cocktails geserveerd door obers met zwarte vlinderdasjes en witte handschoenen. Op de terugweg was zelfs een overval in scène gezet waarbij de Cataract Creek Gang de trein tot stilstand dwong en de passagiers beroofden. Een andere onderbreking van het landschap wordt gevormd door Grand Canyon die door de Colorado rivier in ongeveer drie miljoen jaar is uitgesleten tot een diepte van anderhalve km. Staande aan de rand zie je aan de overkant, zo’n dertig km. verderop, de vlakte zich voortzetten op dezelfde eenvormige wijze.

Na dit natuurwonder in ogenschouw te hebben genomen keerden wij op onze schreden terug om de volgende dag via een andere, iets noordelijker gelegen, snelweg (Interstate 40) naar Los Angeles terug te rijden. Deze route bleek echter een stuk saaier dan de heenweg en al snel verlieten we de snelweg om een stukje over de historische Route 66 te reizen. Die was echter weinig opwindender en na verloop van tijd kwamen we weer op de snelweg die we volgden tot de grens en de Colorado. Daar stopten we voor lunch in een café voor bootbezitters en motorrijders die de lucht bezwangerden met sigaretten- en sigarenrook. Iets wat wij, na een paar maanden in het geheel rookvrije Californië, niet meer gewend waren.

Na nog een tijdje de Interstate 40 gevolgd te hebben besloten wij een stukje af te snijden door opnieuw de historische Route 66 te volgen, naar het zuiden om uiteindelijk uit te komen op de Interstate 10, de snelweg langs welke we een paar dagen geleden waren vertrokken en die vlak langs ons huis loopt. Ditmaal was onze keuze wel een succes en we zagen achtereenvolgens een opgedroogd meer dat een sneeuwwitte zoutvlakte had achtergelaten en een bergrug die als militair oefenterrein in gebruik is. Terug in de bewoonde wereld reden we een tijdje in de file maar kwamen uiteindelijk veilig thuis. De zondag na dit uitstapje hebben we maar weer eens besteed aan het nooit eindigende uitzoeken van onze papieren, de aanschaf van gloeilampen en onze eerste bezoek aan het strand van de Stille Oceaan net ten zuiden van de pier bij Santa Monica.
 

Verder naar het einde


Terug naar het begin


Zoals gezegd zijn alle vooroordelen omtrent de Verenigde Staten waar en vallen wij telkens als Europeanen door de mand. Dat begon al de eerste dag toen wij op Pico Boulevard (genoemd naar Pio Pico, de laatste Spaanse gouverneur van Californië) een matras gingen kopen. We hadden nog niet aan de verkoopster uitgelegd waar we naar op zoek waren of die zei al: “Ah, jullie willen een Europees model.” En inderdaad, Amerikanen leggen hun matras op een tweede matras vol springveren, een zogenaamde ‘boxspring’, en meestal niet op de lattenbodem die hier ‘platform’ wordt genoemd. De maten van de bedden worden ook niet opgegeven naar het aantal personen dat er in zou passen, of in centimeters of duimen, maar men spreekt van ‘full’, ‘queen-size’ en ‘king-size’ waarbij queen-size het meest overeenkomt met ons twee-persoons bed. Maar ook onbeduidender aankopen kunnen tot verrassingen leiden. Zo pakte ik nietsvermoedend een WC-borstel uit het rek van de supermarkt om verbaasd op de verpakking te lezen dat het hier ging om een Europees model. Onmiddellijk zocht ik naar de Amerikaanse variant en die bleek te bestaan uit een borstel aan een rondgebogen ijzeren draad waarvan beide uiteinden aan een handvat bevestigd zijn. Na een moment van twijfel besloten we toch maar tot de aankoop van het vertrouwde model over te gaan.

Iets heel anders is de plaatselijke neiging tot ‘politieke correctheid’, die in Californië nog sterker ontwikkeld is dan elders in de Verenigde Staten. Zo is in elke openbaar herentoilet dat ik hier tot nu toe ben binnengestapt zo’n opklaptafeltje voor het verschonen van baby’s. En die worden regelmatig gebruikt ook. Soms gaat men echter in onze ogen te ver. Zo zagen Willeke en ik bij de eerste film die we zouden bezoeken in het Mekka van de filmindustrie, ook een man met een blindengeleidehond in de rij staan. Nu wil ik niemand het genoegen van het filmbezoek ontzeggen maar het ging hier om zwijgende film, de eerste avondvullende voorstelling van Zorro uit de jaren 1920. Toen herinnerde ik mij pas dat de geldautomaat waar wij de allereerste keer geld opnamen voorzien was van instructies in braille. Nu weet ik niet hoe een blinde de reactie van de machine op zijn toetsindrukken kan weten, maar dit was een drive-in geldautomaat en dus in principe bedoeld voor automobilisten. En hoewel bijna iedereen hier auto rijdt hoop ik toch dat er een uitzondering wordt gemaakt voor visueel gehandicapten, of ‘uitgedaagden’ zoals men hier zegt.

Toen we hoorden dat we naar de Verenigde Staten zouden verhuizen dachten we dat de taal in ieder geval geen probleem zou vormen. En dat is ook wel zo maar de eerste keer dat we ergens naar toe reden moesten we toch even nadenken over het waarschuwingsbord met in grote letters ‘PED XING’ erop. Was dit één of andere getranscribeerde Aziatische taal, ten behoeve van de vele immigranten uit dat gebied, of was dit toch voor ons bestemd? Het duurde even voor we ons realiseerden dat ‘PED’ staat voor ‘pedestrian’ (voetganger) en ‘XING’ voor ‘crossing’ (oversteekplaats) als ‘X’ gelezen wordt als ‘cross’ (kruis). Na vijf jaar Caïro, waar de voetgangers volkomen door het verkeer worden genegeerd, hadden we deze waarschuwing trouwens hard nodig. Ook op de weg staat regelmatig PED XING geschilderd, of STOP AHEAD, maar dan altijd consequent in de volgorde waarin de automobilist de woorden passeert en dus voor de toevallige voorbijganger onderste-boven.

Het is allemaal niet zo ingewikkeld als Arabisch (beschreven in Brief uit Caïro nummer 3 van 11 augustus 1995 en op www.viceversa.nl) maar ook het dagelijkse schriftelijke verkeer zit vol met dergelijke (zelf bedachte? grappig bedoelde?) afkortingen en woordspelingen. Veel mensen schijven ‘w/’ waar ze ‘with’ (met) bedoelen en evenzo velen gebruiken de ampersand (&) ook in lopende tekst in plaats van het voegwoord ‘en’. Moeilijker worden fonetische woordspelingen als ‘B4' voor ‘before’ (tevoren), ‘4U’ voor ‘for you’ (voor U), ‘2B’ voor ‘to be’ (te zijn), ‘EZ’ voor ‘easy’ (eenvoudig), ‘XS’ voor ‘access’ (toegang) of  ‘FX’ voor ‘effects’ (gevolgen). Het is eventjes grappig maar begint gauw te vervelen en maakt een oninteressante tekst niet veel interessanter. Soms wordt de Engelse spelling nog meer geweld aangedaan en zo lees je op de borden langs de weg bijvoorbeeld ‘thru’ in plaats van ‘through’ (doorgaand) of  ‘nite’ in plaats van ‘night’ (nacht). Het is wel van belang deze materie enigzins te bestuderen want bijna alle informatie wordt hier schrifelijk aangeboden. Om hier te kunnen autorijden is het bijna onontbeerlijk Engels te kunnen lezen: veel verkeersborden bevatten namelijk alleen tekst en, vooral in het geval van de borden betreffende  het parkeerregelement, zelfs teveel om al rijdend te kunnen lezen. Daarmee lijkt Los Angeles dan toch weer op Caïro waar ongeveer de helft van de mensen niet kan lezen hetgeen het op schrift gestelde een bijna onaanvechtbare status geeft.

Ook de inhoud van het geschrevene is soms opmerkelijk. Op de menu-kaarten in restaurants betekent ‘entrée’ hoofdgerecht en niet ‘voorgerecht’ zoals je zou verwachten, en een ‘depot’ is een station en geen opslagplaats voor wat dan ook. Maar het meest opvallend is dat op alle verpakkingen lijkt te moeten staan wat er niet in zit. Het nut van de mededeling dat koffie cafeïne-vrij zou zijn of een frisdrank zonder suiker bereid is nog voorstelbaar maar wat te denken van het brood dat wij eens kochten en waar op stond: bloemloos brood van zeven gespruite granen, geen conserveermiddelen, geen zuivel, geen verzadigd vet, geen eieren, cholesterol-vrij, gezoet met honing, rijk aan vezels. Ik zou nog aan het etiket willen toevoegen dat er ook geen goud of gedragen onderbroeken in dit brood aanwezig waren en dat ook de smaak nogal tegenviel. Alle yoghurt is hier vetvrij en de spek is vet- en zout-arm. Op de pakken suiker staat dat suiker geen vet bevat (want het is suiker) en op de pakken sinaasappelsap dat er in dit product geen cafeïne aanwezig is (want het zijn uitgeperste sinaasappelen). Maar mijn favoriet is toch wel de mededeling op de zakjes instant havermout die ik wel eens als ontbijt of toetje eet. Na de mededeling dat het toevoegen van heet water voldoende is om het product eetbaar te maken staat er: “Voeg veel water toe voor dunnere pap, voeg weinig water toe voor dikkere pap”. Ik had gedacht dat wie kan lezen, dit ook wel zelf zou kunnen bedenken maar blijkbaar denkt een fabrikant van instant havermout daar anders over.

Behalve lange uren op onze kantoren, ik werk voorlopig in de laboratoriumruimte die Willeke is toebedeeld en zij zit in haar eigen kantoor een paar honderd meter verderop en tientallen meters hoger, zijn we nog steeds bezig met het inrichten van ons appartement en de genoemde kantoren. Voordat die op orde zullen zijn vertrekken wij alweer naar Egypte waar we opnieuw onbereikbaar ver de woestijn in zullen verdwijnen. Wel hopen we regelmatig de berichten verzonden naar ons E-mail adres wendrich@barnard.nl te bekijken, maar dat zal zeker niet zo frequent gebeuren als normaal. Op de terugreis verblijven we enige tijd in Nederland waar Willeke college zal geven aan de Universiteit Leiden.

Behalve lange tochten naar de Grand Canyon of Egypte maken we ook elke week een kleiner uitstapje, bijvoorbeeld naar een museum, de dierentuin of de beroemde teerputten waarin in de loop van vele eeuwen dieren verdronken en gemummificeerd zijn. Ook hebben we al verschillende restaurants, bioscopen en discotheken bezocht en zijn we, op voorspraak van de Ambassadeur in Caïro, kennis gaan maken met de Nederlandse Consul-Generaal in Los Angeles. Een beminnelijke man in een zeer fraai kantoor op de elfde verdieping van een gebouw vol natuursteen en spiegels met uitzicht over de Stille Oceaan en het internationale vliegveld van Los Angeles. Er is hier maar weinig werk voor het consulaat, gaf zelfs de consul toe, maar ze hebben voor mij inmiddels wel een nieuw paspoort gemaakt. Niet dat het oude was verlopen maar het was wel door de diverse douane-autoriteiten helemaal vol gestempeld ...
 

Verder

Meer over Hans

Meer over Barnard

Terug naar de Barnard WWW home-page